In het boeddhisme heet zo’n gebedssnoer een mala. Het woord ‘mala’ komt uit het Sanskriet en betekent letterlijk ‘ketting’ of ‘snoer’. Een mala bestaat meestal uit 108 kralen, hoewel er ook versies zijn met 27 of 54 kralen. De ketting eindigt met een grotere kraal, de guru-kraal, die symbool staat voor de leraar of spirituele gids.
De japamala is een specifiek type mala in de hindoeïstische traditie, vergelijkbaar met de boeddhistische mala, en wordt ook gebruikt voor mantra-recitatie.
Naast mala’s zijn er ook gebedssnoeren in andere religies. Bijvoorbeeld de rozenkrans (Tessera ) in het christendom die wordt gebruikt om gebeden te tellen en reciteren. De misbaha is een gebedssnoer van de islam, vaak met 99 of 33 kralen. Het is een ondersteuning bij het reciteren van de 99 namen van Allah.
Gebedssnoeren worden vervaardigd van verschillende materialen, zoals hout, edelstenen of zaden, elk met hun eigen energetische eigenschappen. Ze hebben niet alleen een spirituele functie, het zijn ook sieraden met een persoonlijke betekenis voor de drager.
Begin je dag beter met de Dagelijkse Gedachte. In je e-mail of in de app. Kijk op www.dagelijksegedachte.nl