Het verschil tussen de Traditionele Chinese Geneeskunde en de westerse geneeskunde schuilt onder andere in de benadering. De westerse geneeskunde analyseert de symptomen van een ziekte en de Chinese geneeskunde kijkt naar de mens achter de ziekte.
De Traditionele Chinese Geneeskunde veronderstelt dat er levensenergie (Qi) door meridianen in ons lichaam stroomt. Op deze meridianen liggen punten die met naalden kunnen worden bewerkt. Dit kennen we als acupunctuur. Andere aspecten van de Traditionele Chinese Geneeskunde zijn Yin Yang en de Vijf Elementen.
De traditionele Chinese geneeskunde is meer dan 2000 jaar oud. Sommigen beweren zelfs ouder. De Huangdi Neijing (475 v. Chr.), het boek dat de basis vormt, omschreef al een veelheid aan diagnoses en behandelingen. Chinese Geneeskunde wordt ook wel aangeduid met de Engelse afkorting TCM (Traditional Chinese Medicine).