Terug naar het woordenboek

Synchroniciteit is een samenloop van gebeurtenissen die geen verband hebben maar toch een diepere betekenis of verbinding suggereren. Synchroniciteit is in 1930 geïntroduceerd door de Zwitserse psychiater Carl Jung.

Volgens Jung is synchroniciteit geen louter toeval, maar eerder een manifestatie van een verborgen verbinding tussen gebeurtenissen. Volgens hem treedt synchroniciteit op wanneer een gedachte, droom of emotie samenvalt met een gebeurtenis in de buitenwereld zonder dat er een duidelijke oorzakelijke relatie tussen beide is.

Een bekend voorbeeld van synchroniciteit is wanneer iemand denkt aan een lang verloren vriend en diezelfde persoon plotseling onverwacht tegenkomt op straat.

Jung geloofde dat synchroniciteit een aanwijzing was van het bestaan van een collectief onderbewuste, een diepere laag van bewustzijn die gedeeld wordt door alle mensen. Hij beschouwde synchroniciteit als een belangrijk fenomeen dat ons inzicht geeft in de verborgen patronen en betekenissen van het leven.

Hoewel synchroniciteit niet wetenschappelijk kan worden bewezen, heeft het invloed gehad op verschillende vakgebieden, waaronder de psychologie, filosofie en spiritualiteit. Het biedt een interessante manier om de wereld te beschouwen en onze ervaringen te interpreteren buiten de traditionele oorzakelijkheidsverbanden.


Bekijk meer dan 300.000 artikelen over spiritualiteit op BOL.COM

Het spirituele begrip van de week

Leuk en leerzaam. Hoe zit het ook alweer? Dat ontdek met het spirituele begrip van de week in jouw e-mail. Meld je hier aan.

Aanmelden gelukt