De term synchroniciteit is in 1930 bedacht door de Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung en betekent letterlijk gelijktijdigheid. Er is sprake van synchroniciteit als twee of meer gebeurtenissen min of meer gelijktijdig optreden in een voor de betrokken persoon zinvol verband. Deze persoon ervaart het als meer dan gewoon toeval.
In de spirituele wereld wordt synchroniciteit gezien als een soort teken, een richtingaanwijzer. Het herkennen van de tekens van synchroniciteit is slechts een begin. Meditatie is een manier om open te leren staan voor dergelijke tekens en ze op waarde te schatten.