Mohammed

De islam beschouwt Mohammed als de laatste profeet en de boodschapper van God. Volgens islamitische overleveringen ontving hij openbaringen van God door middel van de engel Gabriël gedurende een periode van ongeveer 23 jaar.

Mohammed leefde van ongeveer 570 tot 632 na Christus. Hij wordt door moslims bewonderd en geëerd als een voorbeeldige leider, een leraar en een gids. Mohammed bracht belangrijke principes van de islam over, zoals de aanbidding van één God (Allah), het belang van naastenliefde, sociale rechtvaardigheid en moreel gedrag.

Zijn leven en leringen zijn vastgelegd in verzamelingen van overleveringen en biografieën die bekend staan als de Hadith-literatuur.

Het volgen van de leer en het navolgen van het voorbeeld van Mohammed zijn fundamenteel voor moslims. Zij zien hem als een inspiratiebron voor spirituele groei, morele richtlijnen en het bereiken van Gods genade. Moslims beschouwen Mohammed als een menselijke profeet en niet als een goddelijk wezen.

De openbaringen van Mohammed zijn verzameld in de Koran, het heilige boek van de islam. De Koran is verdeeld in hoofdstukken, soera’s, en wordt beschouwd als het letterlijke en onveranderlijke woord van God. Voor moslims heeft de Koran een centrale plaats in hun geloofsbeleving. De inhoud wordt gereciteerd, bestudeerd en gevolgd als een gids voor het dagelijks leven.

Het respecteren van de Koran en het volgen van de leer die erin is opgenomen, is een essentieel aspect van het geloof van moslims en vormt de basis voor hun relatie met God en hun medemensen.