De kern van wabi-sabi laat zich samenvatten in drie inzichten:
Niets is blijvend – alles verandert voortdurend en is onderhevig aan verval.
Niets is af – er bestaat geen ultieme perfectie; alles is in ontwikkeling.
Niets is perfect – en juist daarin schuilt schoonheid.
Wabi-sabi is diep geworteld in het zenboeddhisme. De filosofie kreeg vorm in de late middeleeuwen in Japan, als reactie op de overdaad en luxe van die tijd, en werd nauw verbonden met de Japanse theeceremonie.
Een belangrijke figuur hierin was Sen no Rikyū (1522–1591), een Japanse zen-beoefenaar en theemeester. Hij gaf de theeceremonie haar kenmerkende karakter van soberheid, stilte en imperfectie.
Rikyū verweefde wabi-sabi bewust met het ritueel door te kiezen voor aardewerk met onregelmatigheden, sobere decoratie en een diepe waardering voor het vergankelijke moment.
In het Westen wordt wabi-sabi gezien als een tegenwicht tegen perfectionisme en prestatiedruk, een manier van leven waarin rust, authenticiteit en vergankelijkheid niet worden gevreesd, maar omarmd.

Begin je dag beter met de Dagelijkse Gedachte. In je e-mail of in de app. Kijk op www.dagelijksegedachte.nl