De Amerikaanse psycholoog Timothy Leary beschreef in 1957 een cirkelvormig model dat de interactie tussen mensen weergeeft. Dit model kreeg de naam De Roos van Leary. Omdat het cirkelvormige model is onderverdeeld in acht vakken, doet het denken aan een roos met blaadjes.
De vakken vertegenwoordigen allemaal een vorm van basisgedrag: leidend, helpend, aanpassend, afhankelijk, wantrouwig, opstandig, agressief en concurrerend. Ieder mens vertoont een vorm van basisgedrag. Dit gedrag roept bij anderen een complementaire houding op. Mensen passen zich dus van nature aan het gedrag van de ander aan. Helpen is complementair aan aanpassen. Agressie aan opstand etc.